24 maart 2010

De rijkste is Slim

Het Amerikaanse tijdschrift Forbes publiceerde onlangs haar fameuze lijst van de honderd rijkste bewoners van de planeet. In dit exclusieve gezelschap was er plaats voor negen Mexicanen, waaronder drugsbaron Joaquín ¨El Chapo¨ Guzmán. De Mexicaan van Libanese afkomst, Carlos Slim, is echter de aanvoerder van de lijst nadat hij met een vermogen van 53,5 miljard dollar eindelijk Bill Gates en Warren Buffet passeerde. Het nieuws werd in Mexico echter lauwtjes ontvangen en de meeste Mexicanen lijken een expliciete mening over hun puissant rijke landgenoot te ontberen. Niet vanwege onverschilligheid, maar meer om het feit dat de miljardair er een low profile op na houdt.

Van kinds af aan ontpopte Carlos Slim zich al als een ondernemer, maar vooral in de crisisjaren ´80 vergrootte hij zijn kapitaal. Terwijl de Mexicaanse economie praktisch stagneerde, pleegde de magnaat met zijn concern Grupo Carso grootschalige investeringen en wist menig bedrijf over te nemen voor relatief weinig geld. De grootste klapper maakte de 70-jarige weduwnaar echter in 1990. De toenmalige president Carlos Salinas de Gortari privatiseerde het staatstelecombedrijf Telmex en Grupo Carso werd via een openbare aanbesteding de nieuwe eigenaar. In het jaar 2000 creëerde hij de mobiele telefoonexploitant América Movil dat tegenwoordig met 200 miljoen cliënten de derde aanbieder van mobiele telefonie ter wereld is. De telecomtycoon wist hiernaast via allerlei investeringen en beleggingen zijn fortuin nog verder te vergroten.

Het klinkt als de verwerkelijking van de Amerikaanse droom. Dit succesverhaal vond echter plaats bij de zuiderbuur dat één van de scheefste inkomensverdelingen ter wereld kent. Twee eeuwen geleden schreef de Franse schrijver Honoré de Balzac dat achter elk groot fortuin een grote misdaad schuilt. De elite in Mexico wordt normaal gesproken standaard beticht van corruptie en maffiose praktijken, maar Carlos Slim kan echter buigen op een haast brandschone reputatie. In deze enigszins donkere tijden waarin een gezamenlijke droom van de Mexicaanse natie ver te bekennen is, kan hij wellicht dienen als lichtpuntje.

23 maart 2010

Bicentenario

Het is in de ochtend van 16 september 1810 wanneer in het dorpje Dolores in de staat Guanajuato, pastoor Miguel Hidalgo de klok van zijn kerk luidt. Nadat de leden van de parochie zijn toegestroomd, roept Hidalgo op tot een opstand die uiteindelijk zal leiden tot de onafhankelijkheid van Mexico. Honderd jaar en ruim een maand later, riep politicus Francisco Madero het Mexicaanse volk op om in opstand te komen tegen president Porfirio Díaz. Weer honderd later hoopt Felipe Calderón, huidige president van Mexico, dat dit jaar rustiger zal verlopen.


De economische crisis, het extreme drugsgerelateerde geweld, onveiligheid en recent ook de overstromingen hebben ervoor gezorgd dat de huidige regering allesbehalve populair is. De roep tot aftreden van president Calderón zwelt aan en de fanatiekste criticasters grijpen dit historische jaar zelfs aan om het volk aan te sporen tot een nieuwe revolutie. De revolutionaire graffitileuzen, stickers en pamfletten gaan praktisch immer vergezeld van een afbeelding van Emiliano Zapata, de volksheld van de Mexicaanse revolutie. Voor hem echter zal geen prominente plaats toebedeeld zijn in de officiële festiviteiten; de meeste aandacht gaat uit naar de iconen van de onafhankelijkheidsstrijd. Mannen zoals pastoor Miguel Hidalgo, de militaire priester José Maria Morelos, legeraanvoerder Ignacio Allende, rebel Juan Aldama en politicus Vicente Guerrero. Elke 15 september stipt om 23:00 worden deze helden bejubeld wanneer de Mexicaanse president de schreeuw van Hidalgo nabootst en steevast eindigt met een driewerf ´Viva México´.

De eerste twee weken van september staan altijd in het teken van vaderlandsliefde en historisch besef, maar dit jaar zal het onmogelijk zijn om niet op de hoogte te zijn met het feit dat de Mexicaanse natie 200 jaar onafhankelijkheid viert. De regering pakt de komende maanden uit met ruim 2300 activiteiten op het gebied van cultuur, kunst en sport die plaats zullen vinden in de gehele republiek. Een nieuw en speciaal radiostation zal iedereen op de hoogte houden van deze activiteiten, zoals onder andere publieke debatten over de toekomst van het land, het verstrekken van geschiedenisboekjes voor iedereen en de renovatie van historische gebouwen. Ook infrastructuurprojecten zoals de constructie van een olieraffinaderij in de staat Hidalgo, de aanleg van een nieuwe metrolijn in de hoofdstad en de verbetering van het drainagesysteem zijn projecten die dit jaar het gevoel van patriottisme moeten versterken.

En dat is broodnodig. Het vertrouwen van de Mexicanen in de overheid en een voorspoedige toekomst van het land heeft bijna het nulpunt bereikt. In een feestelijke stemming is het volk allerminst. D
e aangekondigde activiteiten om het 200 jarige bestaan luister bij te zetten, worden door menigeen fiks bekritiseerd en als grove geldverspilling gezien. Het wordt beschouwd als een moderne vorm van Brood en Spelen om de aandacht af te leiden van alle huidige problemen en uitdagingen die het land kent. In de hoofdstad van elke deelstaat is er een grote klok geplaatst die aftelt naar 16 september 2010, het is te hopen dat het aftellen is naar een explosie…van vreugde.


Gepubliceerd in La Chispa.

18 maart 2010

Kinderschoenen


Terwijl het drugsbeleid van de Nederlandse overheid steeds repressievere vormen aanneemt, lijken sommige regeringen in Latijns-Amerika een meer liberale stelling in te nemen. Na Argentinië heeft nu ook Mexico het bezit van drugs voor eigen gebruik gelegaliseerd. Voor de Mexicaan is het vanaf 20 augustus j.l. legaal om 5 gram marihuana, 0.5 gram cocaïne en 25 miligram heroïne op zak te hebben. Naast het wapengekletter dat al duizenden Mexicanen het leven heeft gekost, lijkt president Calderon nu ook de wetgeving te gebruiken in zijn drugsoorlog. De Mexicaanse overheid wil de aandacht afleiden van de kleine gebruiker en zich richten op de grote jongens en om zo elke militair en politieagent in te kunnen zetten tegen de machtige drugskartels.

Diego, 23 jaar, student Rechten en fervent drugsgebruiker, haalt de schouders op als ik naar zijn reactie vraag op dit ´goede´ nieuws. ¨Op papier ziet het er leuk uit, maar in de werkelijkheid verandert er weinig¨. Hij legt uit dat de legale status van de kleine gebruiker veranderd is van ´delinquent´ naar ´verslaafde´, maar dat in de praktijk de kans groot blijft dat de politie je mee neemt naar het bureau met alle gevolgen van dien. De gemiddelde Chilango (inwoner van Mexico-Stad) echter, is nauwelijks bekend met het bestaan van de nieuwe wet en dit is ook niet onlogisch. Het wetsvoorstel werd goedgekeurd in de laatste dagen van april, gedurende de hoogtijdagen van de Mexicaanse griep, en onttrok zich zo van alle media-aandacht en toen de wet in werking trad was het wederom muisstil in de media. ¨Dat is geen toeval;¨ meent Denisse, 28 jaar, docent pedagogie, en vervolgt: ¨zo wordt immers grootschalig protest vanuit conservatieve hoek vermeden¨. Ze is van mening dat de Mexicaanse maatschappij een cultuur ontbeert waarin men verantwoordt met drugs om kan gaan. ¨In het verhandelen van drugs zijn we kampioen, maar qua educatie en zorgvuldig gebruik staan we nog in de kinderschoenen.¨


Gepubliceerd in La Chispa. 

Wederzijds onbegrip


¨Hier is het¨ zegt Rodolfo en gebaart me uit te stappen. Vanaf hier zal ik te paard verder gaan richting een inheems dorp aan de andere kant van de heuvel. Ik bevind me in een buitenwijk van San Cristobal de Las Casas, gelegen in wellicht de mooiste staat van Mexico: Chiapas. De staat die wereldberoemd werd nadat het Nationale Zapatistische Bevrijdingsleger (EZLN) zich in 1994 met revolutionaire acties aan het grote publiek presenteerde. Zestien jaar later lijkt er weinig veranderd, want Chiapas blijft een achtergebleven deelstaat met veel armoede en onderontwikkeling. Ook deze buitenwijk ontbeert verharde wegen en de huizen zijn sjofel. De mensen die in het centrum kleurige kleding en handwerk verkopen aan toeristen wonen hier. Aan het begin van de heuvel wordt er de laatste hand gelegd aan enkele gebouwen die beschilderd zijn met propaganda voor de Zapatisten en hun leider subcommandant Marcos. Navraag levert op dat het werkplaatsen zijn waar de buurtbewoners terecht zullen kunnen voor workshops. Wat de verbazing wekt echter, is dat de constructie grotendeels is gefinancieerd door de lokale overheid dat in handen is van de conservatie PRI-partij.


Eenmaal aangekomen op de lokale markt van het dorpje realiseer ik me dat contact leggen met de inheemsen niet eenvoudig is. Wanneer ze onderling praten, luister ik naar één van de vele inheemse talen die Mexico rijk is. Vermoedelijk is mijn Spaans beter dan die van hen. Mijn gids vertelt bovendien dat ze weinig te maken willen hebben met buitenstaanders. Na eeuwen van uitbuiting en onderdrukking valt dat te begrijpen. Met wat zadelpijn neem ik twee uur later plaats in een taxi en vraag me af wat of de in het buitenland populaire EZLN hier hebben bereikt. ¨Tot aan die heuvelrug, dat stuk land behoorde generaties lang toe aan mijn familie¨. Met een zucht van weemoed slaat Carlos af terwijl de meter rustig verder tikt. Veranderingen hebben echter wel degelijk plaatsgevonden. Taxichauffeur Carlos, mesties van 36 jaar oud, verhaalt: ¨Ik had een welvarend leven met mijn familie, maar de komst van Zapatisten heeft dat veranderd. Met geweld namen ze ons land af om het aan hun indios te geven. Ze nemen het recht in eigen hand en hebben geen respect voor de rechtsstaat¨. Ik geef een begrijpend knikje. Ook deze revolutie lijkt gestrand te zijn in wederzijds onbegrip.

Gepubliceerd in La Chispa.

Toeristische geheimtip: Tepoztlán



Terwijl de Mexicaanse griep zich nog steeds verspreidt over de planeet, is in Mexico zelf het gevaar van besmetting zo goed als geweken. In het voormalig epicentrum van de pandemie, Mexico-Stad, komen de buitenlandse bezoekers langzaam maar zeker weer terug om te genieten van de bezienswaardigheden die de hoofdstad te bieden heeft. Tijdens hun rondreis door Mexico trekken de meeste toeristen echter weinig tijd uit voor de hoofdstad en nog minder voor de nabije omgeving. Meestal is een bezoek aan de piramides van Teotihuacán de enige dagtrip die vanuit Mexico-Stad wordt ondernomen. In de deelstaat Morelos, op slechts één uur ten zuiden van de Mexicaanse hoofdstad, ligt een dorpje dat ook zeker een dagtripje waard is: Tepoztlán.
Volgens de legende werd Quetzalcoatl, één van de belangrijkste Azteekse goden, hier geboren. Vandaag de dag worden er regelmatig UFO´s gespot en verder wordt er beweerd dat de plek vol is van creatieve energie waardoor een aanzienlijk deel van de 15,000 inwoners uit buitenlandse hippies bestaat. Wanneer de bus je afzet op het centrale plein van het dorp, merk je in ieder geval direct dat er een zeer gemoedelijke sfeer hangt. Bovendien is er altijd veel bedrijvigheid op en rondom het plein vanwege de tianguis (markt) die er immer opgesteld is. Een uitstekende plek om lokale lekkernijen als taco´s met krekels of ijsjes met de vreemdste smaken te proberen. Het is sterk aan te raden om wat te eten alvorens de bekendste bezienswaardigheid van Tepoztlán te bezoeken: de piramide van Tepozteco. Deze ligt immers 400 meter hogerop en je moet een klim van 2 kilometer ondernemen om er te komen. De weg naar de top is bepaald geen geplaveid pad en een goede conditie en geschikt schoeisel zal zeker van pas komen. Eenmaal boven aangekomen, moet er niet teveel worden verwacht van de piramide zelf. De piramide, gebouwd ter ere van de god van oogst, vruchtbaarheid en pulque, is 10 meter hoog en stelt weinig voor, maar in combinatie met het uitzicht over de vallei en de sfeer is het meer dan de moeite waard. Vergeet niet wat nootjes mee te nemen om aan de witsnuitneusberen te voeren!

Gepubliceerd in La Chispa.


Vitamine T


In de Mexicaanse maatschappij is normaal gesproken de afstand tussen mensen van verschillende sociale klassen behoorlijk groot. Het is rond de klok van 14:00 en deze kloof lijkt even niet te bestaan, want bouwvakkers en stropdassen staan zij aan zij te eten bij tacokraam ´Don Pedro´. Op dit soort plekken komen de lagere en hogere klassen tezamen voor wat wellicht de meest favoriete bezigheid van de Mexicaan is: eten. Ook hier in het zakendistrict Polanco vind je op elke straathoek wel een eetkraampje waar je terecht kan voor je dagelijkse portie ´vitamine T´: een taco, torta, tamal, tostada of tlacoyo. Ook ik, behorend tot de stropdassen, meld me regelmatig bij één van die kraampjes om me tegoed te doen aan hun etenswaar. De bijnaam ´vitamine T´ voor deze smakelijke hapjes is duidelijk ironisch bedoeld, want vitaminerijk zijn ze zeker niet. Een overdaad aan vet, pikante sausjes en de onhygienische bereidingswijze maakt dat dit voedsel eerder een plaag dan een zegen is voor het spijsverteringssysteem.
Waar gastritis in Nederland een woord is dat over het algemeen alleen bij medici bekend is, daar weet de Mexicaan er alles van af en heeft het waarschijnlijk ook wel eens een keer gehad. Bovendien helpt de populariteit van deze zogenaamde antojitos ook zeker mee aan het feit dat Mexico, na de Verenigde Staten, het dikste land ter wereld is. Mijn systeem is inmiddels met vallen en opstaan wat resistenter geworden tegen de etenswaar van de straatkraampjes, maar echt veilig waan ik me nog niet. Graag zou ik elke werkdag in de lunchpauze, die van 13:30 tot 15:00 duurt, best willen eten in een degelijk restaurant, maar met een Mexicaans salaris is dat toch wel wat prijzig. De taco´s van Don Pedro smaken bovendien te goed om me al te veel zorgen te maken over de lijn en wanneer ik na de consumptie van vier taco´s en een frisdrank slechts drie euro afreken, is mijn portemonnee in ieder geval meer dan tevreden.

Gepubliceerd in La Chispa.

Ondergrondse drukte


¨Dit project is voor jouw welzijn¨ lees ik op het overheidsaffiche. Het verwijst naar de aanleg van de twaalfde metrolijn, één van de projecten die het tweehonderdjarige bestaan van de Mexicaanse natie in 2010 moet opfleuren. Omdat ik zelf dagelijks gebruik maak van het metronetwerk, ben ik wel blij met de uitbreiding van wat toch al één van de grootste metrostelsels ter wereld is. Over een auto beschik ik niet en veel zin om me te mengen in de bovengrondse chaos heb ik evenmin. Ik beweeg me liever voort in de ondergrondse drukte. Als de trein een station binnenloopt, wordt mijn aandacht getrokken door een man die net de wagon binnenstapt. Een gezicht dat regelmatig drugsgebruik verraadt, een ontbloot bovenlijf, een afgeraffelde broek en een opgerolde trui in de hand. Het gebruikelijke ritueel volgt: de man spreidt zijn trui, die glasscherven herbergt, uit en vervolgens maakt hij een bescheiden salto en rolt even door de scherven om daarna vrolijk bij de mensen langs te gaan voor een zakcentje. Het is een komen en gaan van dit soort ´artiesten´, bedelaars en met name verkopers die een groot scala aan producten aanbieden.

Een gedrongen vrouw stapt in de trein met een flinke rugzak om. Die is omgebouwd tot een stereo-installatie waaruit de klanken klinken van een gebrande cd met Mexicaanse hits. Luidkeels maakt ze duidelijk dat het schijfje slechts zeventig eurocent kost. Er zijn maar weinig mensen die belangstelling hebben. Mijn interesse wordt echter wel gewekt als er op het volgende station een lange man instapt die geheel in het zwart gekleed gaat en meerdere piercings draagt. De reguliere gebruikers van lijn drie kennen hem wel, het is de rozenverkoper. Aangezien ik op weg ben naar mijn vriendin, besluit ik een roos te kopen. Als ik zijn vraag over mijn nationaliteit beantwoord, blijkt hij veel van Nederland af te weten. Hij zou graag een bezoek willen brengen aan dat kleine landje dat wél tolerant is, want door zijn uiterlijk kan hij niet aan een formele baan komen. Ik wil zijn zeepbel niet doorprikken door te zeggen dat hij in Nederland op dezelfde bezwaren zou stuiten, dus bedank ik hem voor de roos en stap uit. Als ik een paar uur later weer op de weg terug ben en bijna indommel in een halflege wagon, word ik opgeschrikt door een bekende stem: ¨Una rosa?¨.


Gepubliceerd in La Chispa.