13 augustus 2016

Wie was Pancho Villa?

Engeland heeft Robin Hood, Mexico heeft Pancho Villa. Begonnen als bandiet, tijdens de Mexicaanse Revolutie (1910 tot 1920) was hij één van de belangrijkste veldheren. Of Robin Hood echt bestaan heeft of niet is niet helemaal duidelijk. Pancho Villa nam het zekere voor het onzekere: hij liet zijn daden op film vastleggen. Held of schurk, wie was hij nu echt?


Legende
Op 5 juni 1878 werd Pancho Villa geboren als José Doroteo Arango Arámbula (roepnaam Doroteo) in San Juan del Río, gelegen in de ruige noordelijke staat Durango. Hij groeide op in een Mexico dat werd geleid door de dictator Porfirio Díaz. Met het vroege overlijden van zijn vader werd hij al snel het mannelijke hoofd van een groot gezin. Het was een jeugd van hard werken en geen scholing. Op 16-jarige leeftijd vermoorde Doroteo een rijke landheer die zich aan één van zijn zusjes had vergrepen. Hij vluchtte voor zijn eigen veiligheid de bergen in en sloot zich aan bij een bende. Deze bende stal van de rijke grootgrondbezitters en verdeelde de buit en land af en toe ook onder de arme boeren. Doroteo werkte zich op tot leider van deze bende en hij nam de naam Francisco (bijnaam Pancho) Villa aan. Een legende was geboren.

Revolutie
Toen de politicus Francisco Madero de Mexicanen in 1910 opriep om de wapens op te pakken en de regering van dictator Porforio Díaz voor eens en altijd omver te werpen, had de rebel without a cause een doel gevonden. Met bijna 20 jaar bandietenervaring in de bergen en de steun van de arme boeren, vormde Pancho Villa een leger en sloot zich aan bij de revolutionairen. De revolutionaire beweging bestond uit meerdere groepen die vanuit het hele land zich een weg vochten naar Mexico-Stad. Onderweg naar de hoofdstad leidde Pancho Villa zijn leger naar vele grootse overwinningen en maakte van de gelegenheid gebruik om treinen te overvallen en grootgrondbezitters af te persen. Binnen 6 maanden slaagden hij en de andere revolutionaire legers erin om de dictator te verwijderen.
    Een waar spel der Mexicaanse tronen volgde. Een rommelige periode van 10 jaar waarin vele groeperingen om de macht streden en de ene na de andere president werd aangesteld en weer werd afgezet (vaak door liquidatie). Pancho Villa zelf was op het ene moment verbonden aan de partij van de winnaars en op het andere moment stond hij weer aan de kant van de verliezers. De president Carranza, waar hij eerder mee samenwerkte, kreeg het niet voor elkaar om Pancho Villa in de pas te laten lopen en riep hem uit tot vijand. Villa werd teruggedrongen naar het noorden waar hij in guerrilla-vorm verder streed tegen de regering van Carranza en zelfs nog de woede van de Amerikanen op zijn hals haalde vanwege zijn grensoverschrijdende roofexpedities. Carranza zelf werd gedood in 1920 en zijn opvolger, De La Huerta, sloot vrede met Pancho Villa. Wel met de voorwaarde dat hij de wapens neer zou leggen en zich niet meer met politiek zou bemoeien. Pancho Villa trok zich terug op zijn hacienda. Hij had echter toch nog genoeg vijanden en in 1923, tijdens een bezoek aan het huis van één van zijn vrouwen, werd hij, gezeten in zijn Dodge, overhoop geschoten.


Filmster
Door de arme bevolking werd Pancho Villa vaak afgeschilderd als volksheld. Zijn daden werden bezongen in corridos. Villa had echter ook al goed door wat de kracht was van het nieuwe medium: de film. Hij legde contact met Hollwood en liet films over zichzelf maken en nodigde de Amerikaanse filmmakers zelfs uit om een aanstaande overval of veldslag te komen filmen. Pancho Villa zorgde er dan ook voor dat zijn mannen hun beste en mooiste uniformen aanhadden en hijzelf er ook feilloos uitzag. In 2003 is er nog een aardige film hierover verschenen "And Starring Pancho Villa as Himself


Erfenis
In het centrum van Mexico-Stad kan je in de bar “La Ópera” een kogelgat in het plafond zien die naar verluidt door Pancho Villa is aangebracht. De echtheid van het verhaal wordt betwijfeld omdat Pancho Villa geen alcohol dronk en nooit in bars kwam. In de noordelijke staat Chihuahua, in de stad Parral, is ook het Francisco Villa Museum te vinden. Het is opgezet in het huis dat hij bezocht toen hij gezeten in zijn auto vermoord werd. De originele Dodge staat er nog als een museumstuk.
    In tegenstelling tot de andere betrokken bij de Mexicaanse Revolutie zijn er opvallend weinig straatnamen, metrostations, bushaltes en dergelijke naar Pancho Villa vernoemd. Onder het volk geniet hij nog wel immer populariteit als iemand die opstond tegen de rijke elite en de corrupte regering.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten