18 maart 2010

Ondergrondse drukte


¨Dit project is voor jouw welzijn¨ lees ik op het overheidsaffiche. Het verwijst naar de aanleg van de twaalfde metrolijn, één van de projecten die het tweehonderdjarige bestaan van de Mexicaanse natie in 2010 moet opfleuren. Omdat ik zelf dagelijks gebruik maak van het metronetwerk, ben ik wel blij met de uitbreiding van wat toch al één van de grootste metrostelsels ter wereld is. Over een auto beschik ik niet en veel zin om me te mengen in de bovengrondse chaos heb ik evenmin. Ik beweeg me liever voort in de ondergrondse drukte. Als de trein een station binnenloopt, wordt mijn aandacht getrokken door een man die net de wagon binnenstapt. Een gezicht dat regelmatig drugsgebruik verraadt, een ontbloot bovenlijf, een afgeraffelde broek en een opgerolde trui in de hand. Het gebruikelijke ritueel volgt: de man spreidt zijn trui, die glasscherven herbergt, uit en vervolgens maakt hij een bescheiden salto en rolt even door de scherven om daarna vrolijk bij de mensen langs te gaan voor een zakcentje. Het is een komen en gaan van dit soort ´artiesten´, bedelaars en met name verkopers die een groot scala aan producten aanbieden.

Een gedrongen vrouw stapt in de trein met een flinke rugzak om. Die is omgebouwd tot een stereo-installatie waaruit de klanken klinken van een gebrande cd met Mexicaanse hits. Luidkeels maakt ze duidelijk dat het schijfje slechts zeventig eurocent kost. Er zijn maar weinig mensen die belangstelling hebben. Mijn interesse wordt echter wel gewekt als er op het volgende station een lange man instapt die geheel in het zwart gekleed gaat en meerdere piercings draagt. De reguliere gebruikers van lijn drie kennen hem wel, het is de rozenverkoper. Aangezien ik op weg ben naar mijn vriendin, besluit ik een roos te kopen. Als ik zijn vraag over mijn nationaliteit beantwoord, blijkt hij veel van Nederland af te weten. Hij zou graag een bezoek willen brengen aan dat kleine landje dat wél tolerant is, want door zijn uiterlijk kan hij niet aan een formele baan komen. Ik wil zijn zeepbel niet doorprikken door te zeggen dat hij in Nederland op dezelfde bezwaren zou stuiten, dus bedank ik hem voor de roos en stap uit. Als ik een paar uur later weer op de weg terug ben en bijna indommel in een halflege wagon, word ik opgeschrikt door een bekende stem: ¨Una rosa?¨.


Gepubliceerd in La Chispa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten